Katoen is één van de meest geliefde textielproducten, maar voor de productie van 1 kilo katoen is 10.000 liter water nodig. De afgelopen jaren is de productie van dit materiaal gedaald, terwijl de vraag is gestegen. Onderzoekers voorspellen dat de vraag het aanbod tegen 2030 jaarlijks met 20 miljoen ton zal overtreffen.
De Finse bosbouwindustrie heeft dit dreigende tekort als kans benaderd. Omdat de vraag naar papier is afgenomen is de industrie begonnen met het zoeken naar nieuwe toepassingen voor houtpulp. In 2009 starte een groot onderzoeksproject in samenwerking met de Aalto Universiteit in Helsinki, met als doel een oplosmiddel te ontwikkelen dat vrij is van giftige chemicaliën, zodat het fragiele cellulose kan worden opgelost zonder het te beschadigen. De onderzoekers ontdekten dat het niet nodig was houtpulp te gebruiken. In plaats daarvan zouden ze afvalstoffen als papier en karton kunnen gebruiken. En aangezien katoen volledig uit cellulose bestaat, waarom zouden ze dat dan niet recyclen?
Sinds het project in 2016 een Global Change Award kreeg, is de technologie om katoen tot volledig nieuwe textielvezels te recyclen sneller geëvolueerd dan het team aanvankelijk had verwacht.